STVV-fan Stany Vandermeulen kon amper over de boarding heen kijken toen hij ruim veertig jaar geleden naar Stayen afzakte. De geel-blauwe microbe beet hem zo hard dat hij jaren later zijn werk opzegde om voltijds in dienst te treden bij STVV. Een jongensdroom die uitkwam ...

Je begon in 2014 als masseur?

Stany: “Niet meteen voltijds, maar al snel kwamen er taken bij. Het wassen van de wedstrijdkledij liep niet naar behoren en men vroeg mij om dat over te nemen. Zo evolueerde ik al snel naar materiaalverantwoordelijke. Daarnaast sta ik de kiné’s bij met masseren en help ik waar nodig, bijvoorbeeld bij het tapen. Dat zorgt voor variatie. Ook het stukje mental coaching neem ik voor mijn rekening. Mijn functietitel luidt dan ook ‘Allround Support’.”

Net die mental coaching heeft de meeste impact op de spelers?

Stany: “Iedereen heeft wel eens een mentale dip. In dit blad vertelde Mathias Delorge ooit hoeveel steun hij aan mij had toen het wat minder ging. In periodes dat het goed draait, ben je steevast behoorlijk omringd, maar in de mindere periodes is een luisterend oor belangrijk. Spelers kunnen altijd bij mij terecht. Ik tracht ze te helpen met voetbalgerelateerde zaken én met problemen los van het voetbal. Wie zich mentaal niet 100% voelt, kan bij mij in alle discretie terecht. Omgekeerd, zie ik iemand die niet goed in zijn vel zit, dan spreek ik die preventief aan. Ik geef de ruimte om eens rustig te komen praten. Ik zie niet graag dat iemand hier ongelukkig rondloopt.”


Krijg je die jongens makkelijk aan de praat?

Stany: “Vaak is het eerste gesprek zoeken naar de kern van het probleem. Met mijn ervaring en door de juiste vragen te stellen en begripvol te zijn, merk ik dat de schelp stilaan opengaat. Ik deel mijn eigen ervaringen. Vooral luisteren is belangrijk. Dat lukt vaak beter bij een ‘vreemde’. Er wordt ook al eens een traantje geplengd. Dat is een teken van sterkte, spelers moeten dat niet vervelend vinden. Alles waardoor ze zich goed in hun vel voelen, heeft een impact op het veld. Met die mentale sterkte zetten ze stappen richting de droom om bij het eerste elftal te spelen. Ook de coach en het team hebben daar baat bij.”

Vanwaar die zorgzaamheid?

Stany: “Die is ingegeven door mijn thuissituatie. Mijn vader stierf toen ik amper twee was. De band met mijn mama - bij wie ik nog altijd inwoon - is ontzettend sterk. Zij gaf me mee om iemand in moeilijkheden te helpen. Ik had niet de makkelijkste jeugd in vergelijking met heel wat vriendjes. Tegelijk word je zo gevormd. Uit die menselijke component in mijn job haal ik de grootste voldoening. De waardering van de spelers voelen, dat doet mij wel wat.
Die contacten blijven zelfs als ze STVV verlaten. Casper De Norre (FC Millwall) vertelde op de massagetafel over zijn mama die palliatief was. Ik moest even slikken, maar door de band die we toen opbouwden, hebben we nu nog regelmatig contact. Die spelers dan op het hoogste niveau zien spelen, maakt mij trots.”

Ook voor de beloften in tweede nationale is mentaliteit heel belangrijk?

Stany: “Op het begin van het seizoen verwachtten we dat het een zware dobber zou worden. Het was wij tegen de rest. De andere ploegen lachten met de ‘kleuters’ van STVV. De competitie was een nieuw gegeven: schoonheidsfoutjes worden meteen afgestraft. Je moet niet altijd mooi uitverdedigen, het resultaat is belangrijk en de tegenstrevers zijn mannen. Mentaal sterk zijn was de belangrijkste factor om stappen vooruit te zetten. Dat begint met zelfvertrouwen opbouwen en je bewust zijn van je eigen kwaliteiten. Daarnaast hebben we ook gebreken. Waar ligt de klemtoon? Ik blijf ze overtuigen van hun kwaliteiten. Wie als STVV’er consequent zijn best doet en hard werkt, gaat erop vooruit. Dat werd de uitdaging. Ik verwijs dan naar iemand als Robert-Jan Vanwesemael, een rolmodel dat elke dag keihard werkt. Maar ook naar talentvolle spelers met minder werkethiek die er niét komen. Daarnaast stimuleer ik hen om extra te trainen en geduld te hebben. Ze staan dicht bij de unieke kans om profvoetballer te worden. Kom dan ook elke dag naar de training met het doel om beter te worden. Uiteindelijk hebben we onze doelstelling gehaald, we groeiden en bleven in tweede nationale.”

Hoe komt de mental coach zelf tot rust?

Stany: “Ik ben ook een wielerfanaat en begeleid enkele jonge wielrenners individueel, vanuit dezelfde filosofie als de voetballers. Op 1 januari 2021 ben ik beginnen wandelen, oorspronkelijk om af te vallen. Mijn doelstelling was 100 dagen stappen. Intussen zit ik aan ruim 1.600 dagen en hoort het bij mijn dagelijkse routine. Ik ben verlost van een aantal kwaaltjes en zit goed in mijn vel. Ik kom graag naar mijn werk, probeer een voorbeeld te zijn dat anderen stimuleert en ben een stukje van de sportieve puzzel. Meer heeft een mens niet nodig om gelukkig te zijn.”